Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [1]van daar opgestaan zijnde, ging Hij naar de landpalen van Judea, door [2]de overzijde van de Jordaan; en de [3]scharen kwamen wederom samen bij Hem, en gelijk Hij gewoon was, leerde Hij hen wederom. 1. Namelijk van Kapernaum, uit het huis, waar Hij tevoren ene vermaning gedaan had aan zijne discipelen. 2. Namelijk ten aanzien van de woestijn. Of, nevens de Jordaan. Zie Matth.19:1, enz. 3. Namelijk die Hem uit Galilea gevolgd waren; Matth.19:2.